EN DOPPERTJE WEET HET ZEKER
Op een prachtige dag in de vroege lente gaan Doppertje
En Fernando aangenaam zwijgend over de dijk van de
Provinciestad aan zee ten einde aan het eind van de dijk
Linksaf omhoog het duin in te gaan met als doel de
Contreien achter de provinciestad aan zee om uit te zien
Naar een woonverblijf geschikt voor Doppertje zowel
Als Fernando zelf
Boven op het duin gekomen alwaar het pad begint dat
Doppertje volgen wil ziet Doppertje aan zijn linkerzijde
Een vredig duinlandschap met een meertje waarin
Viervoeters grazen die Doppertje sterk doen denken aan
De oerossen die Doppertje weleens in plaatjesboeken
Heeft gezien
Fernando heeft een licht bejaarde schommelende en
Toch wat stramme cadans gevonden stapvoets weliswaar
Vele fietsers waarvan er velen even achterom kijken
Passeren vrolijk Doppertje en Fernando soms bellend
En ook wel
Doppertje kan zich niet aan die indruk
Onttrekken
met besmuikt gegiechel evenals jongens
Die menen te moeten fluimen juist als zij Doppertje
En Fernando voorbij gaan
Snel zet Doppertje de nare gedachten die een en ander bij
Doppertje veroorzaken van Doppertje af na enige tijd
Beklimt Fernando opnieuw een stijl duin en boven
Gekomen ziet Doppertje adembenemende bloemenvelden
In keurige rechthoeken
kijk toch eens zegt Doppertje
Tegen Fernando maar Fernando reageert nauwelijks
Dan ziet Doppertje een pad dwars door de bloemenvelden
Heen alsook een pad dat vanaf het duin daarheen leidt
|